>> Meer informatie hierover vind je hier <<
Een vis vragen in bomen te klimmen
“Iedereen is een genie, maar als je een vis beoordeelt op zijn vaardigheid om in bomen te klimmen, zal hij zijn hele leven geloven dat hij dom is.”
Dit citaat van Albert Einstein herinnert ons eraan dat we kinderen niet moeten beoordelen op basis van onze eigen criteria. Criteria wat iemand ooit heeft bedacht en wat we als ‘standaard’ hebben aangenomen. Iedereen heeft verschillende sterke en zwakke punten en wat op het ene gebied als ‘geniaal’ kan worden beschouwd, kan op een ander gebied als ‘dom’ worden beschouwd.
Slimme kinderen die denken dat ze dom zijn
Deze bekende uitspraak van Einstein legt precies uit wat ik in mijn werk zoveel tegenkom; kinderen die intelligent zijn, maar denken dat ze dom zijn omdat hun manier van leren niet aansluit bij het huidige onderwijs. Dit zijn kinderen die een voorkeur hebben voor een ándere manier van leren, maar die minstens net zo slim zijn. Ongeveer 75% van de kinderen leert prima via woorden en taal. Daar is ons onderwijs dan ook op gericht. De andere 25% loopt vast omdat ze juist makkelijker op een ándere manier leren. Deze kinderen hebben vaak een voorkeur voor visueel en gevoelsmatig leren, in plaats van auditief en digitaal.
Thuis zie ik een heel ander kind
Deze kinderen lopen op school vast, maar thuis zien ouders een heel ander kind. Namelijk een slim kind, eentje die uitdagende vragen stelt en dingen wil leren, een kind dat gevoel voor humor heeft en creatieve oplossingen bedenkt. Op school zien ze juist dat ‘eenvoudige’ dingen zoals het aanleren van letters maar niet wil lukken en de tafelsommen bijvoorbeeld niet blijven hangen. Ondanks al die extra uitleg wil het nóg niet lukken. “Het blijft gewoon niet hangen”, zeggen de leerkrachten dan. Omdat het bij veel andere kinderen wél op deze manier lukt, suggereren we dat het bij alle kinderen op die manier moet lukken. We vergeten hier dat een andere manier van leren wellicht beter bij ze past. Waarom tig keer dezelfde instructie geven als je na één of twee keer al weet dat dit niet werkt bij deze leerling?
Linker- en rechterhersenhelft
Iedereen gebruikt tijdens het leren zowel zijn of haar linker- en rechterhersenhelft. Toch hebben we allemaal een bepaalde voorkeur. Onze manier van onderwijs is erg talig. Het is gericht op de grote groep kinderen die een voorkeur hebben voor het gebruik van de linkerhersenhelft. Die helft is bijvoorbeeld gericht op feiten en kennis, luisteren en taal, analyseren, volgordes en onderbouwingen. Maar er zijn ook kinderen die een sterke voorkeur hebben voor het gebruik van de rechterhersenhelft. Ons onderwijs is daar minder op gericht en daarom vallen deze kinderen vaak uit. Soms wordt er zelfs onterecht gesproken over een ‘leerprobleem’. Als we beter begrijpen op welke manier deze kinderen beter tot leren komen en als het onderwijs er beter op zou aansluiten, zou het leren waarschijnlijk makkelijker gaan.
Rechts georiënteerde leerstijlen
Deze kinderen hebben een meer visuele leerstijl; ze leren beter door het te ‘zien’ in plaats van het te ‘horen’. Ook hebben zij vaak een kinesthetische (gevoelsmatige) leerstijl; ze leren op ‘gevoel’, door dingen te ervaren en uit te proberen. Dit zijn vaak kinderen die het antwoord gewoon weten, maar vervolgens moeilijk kunnen uitleggen ‘waarom’ dat zo is. Deze kinderen zijn vaak minder goed in luisteren, taal en stil zitten, maar zij zijn juist goed in kijken, visualiseren, in verbanden leggen en zelf dingen ontdekken.
De toekomst
Er verandert veel, maar binnen het onderwijs verandert er over het algemeen nog weinig. Er zijn nog altijd veel ‘uitvallers’ en kinderen die als ‘afwijkend’ worden gezien. Dit laat zien dat er binnen het onderwijs wat moet veranderen, want een kind kan immers niet afwijkend zijn. Ook al laat het onderwijs nog even op zich wachten, deze kinderen komen er wel! We gaan namelijk van een informatie tijdperk naar een conceptueel tijdperk. Eerst lag de focus op feiten, analyse en wetenschap. Heerlijk voor de links georiënteerde denkers die daar juist goed in zijn. Maar is het nog nodig om al die feitjes te kennen terwijl we Google hebben? Moeten we die hele wereldkaart met landen en hoofdsteden uit ons hoofd kennen als we in één druk op de knop het juiste antwoord kunnen vinden? Er vindt een duidelijke verschuiving plaats. We gaan meer talenten nodig hebben van de rechts georiënteerde denkers; creativiteit hebben we nodig, empathie, probleemoplossend vermogen, verbanden leggen, ondernemerschap, vooruit kunnen denken en samenwerken. En laten juist deze kinderen daar goed in zijn! Daarom zijn de kinderen die nu op de basisschool als ‘uitvaller’ worden gezien, straks zo’n ster binnen hun eigen onderneming of avontuurlijke en creatieve baan. Ze blijken gewoon een genie! Nu het onderwijs nog.
“If a child can’t learn the way we teach, maybe we should teach the way they learn.” – Ignacio Estrada
Het is en blijft een gevoelig onderwerp, maar laten we het tenminste als discussiepunt blijven zien.
Meer lezen?
>> Ik ben dom en stom! Een voorbeeld van een intelligentieonderzoek <<
>> Cijfer- en toetscultuur ondermijnt het welbevinden van jonge kinderen <<
>> De gevoelige snaar en mijn drijfveer <<
Heb je vragen? Stuur mij dan even een mailtje: stefanie@fierfocus.nl